Regelmatig worden schuldeisers geconfronteerd met een vordering op partijen die in een andere EU-lidstaat zijn gevestigd, dan wel daar vermogen hebben. Is het dan mogelijk om aldaar conservatoir beslag te leggen?
Regelgeving verschilt per land
Al geruime tijd bestaat de mogelijkheid om door middel van een “Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen” (Verordening (EU) Nr. 644/2014) beslag te leggen op de bankrekeningen van schuldenaren in een ander EU-land en op die manier de tegoeden daar veilig te stellen voor verhaal.
Nadeel van deze procedure is dat men bekend moet zijn met het IBAN-rekeningnummer van de wederpartij of die informatie eerst moet opvragen. Daarnaast dient de schuldeiser zekerheid te stellen ter compensatie van eventuele schade wegens onterecht gebleken beslag.
In Europa is wel een beperkt aantal landen dat de mogelijkheid kent die vergelijkbaar is met het bij ons bekende conservatoire beslag.
Zo kent Duitsland een procedure waarvan het effect vergelijkbaar is als in Nederland, maar deze wordt zelden gebruikt als gevolg van de strenge vereisten waaraan de schuldeiser moet voldoen. Frankrijk kent een met Nederland vergelijkbaar instrument, zeker waar het beslag op roerende zaken en onder derden betreft (saisies canservatoires) en ook België kent een vergelijkbaar instrument.
Onbekend alternatief voor conservatoir beslag binnen Europa
Toch is er een alternatief voor bovenstaande procedure, een mogelijkheid die redelijk onbekend is. Wel zijn er aan dit alternatief twee voorwaarden verbonden.
Allereerst moet de Nederlandse rechter bevoegd zijn om van de bodemprocedure kennis te nemen. Dit kan zijn op grond van contractuele bepalingen en/of internationaal privaat recht.
Ten tweede moet het beslagverlof, voordat beslag gelegd kan worden, aan de wederpartij zijn betekend.
In Nederland kan al lange tijd snel beslag gelegd worden op verlof van de Nederlandse rechter (een ex-part verlof). Dit is dus een verlof na een procedure zonder dat de wederpartij wordt gehoord. Het verlof wordt dus snel verleend met een marginale toetsing door de rechter zonder dat de wederpartij verweer heeft kunnen voeren. Een mogelijkheid die in veel Europese landen niet bestaat.
Ook dit Nederlandse ex-parte verlof kan in de EU ten uitvoer worden gelegd op grond van de Brussel I-bis verordening. Deze verordening regelt de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen binnen de bij de EU aangesloten lidstaten. Het beslagverlof valt dus ook onder de werking van deze verordening, mits aan voornoemde voorwaarden is voldaan.
Voor- en nadelen en aanbevelingen
Voordeel van deze werkwijze is dat er geen zekerheid gesteld hoeft te worden en geen IBAN-rekeningnummer bekend hoeft te zijn, zoals in geval van een Europees bankbeslag. Wel zal nadrukkelijk aangegeven moeten worden onder welke bank beslag gelegd moet worden, wil de rechter verlof verlenen.
Nadeel van dit alternatief is wel dat de wederpartij bekend raakt met het voornemen om bepaalde vermogensbestanddelen te beslaan, zodat het verassingseffect enigszins verloren gaat.
Indien deze weg bewandeld wordt dient men er wel rekening mee te houden dat bij het vragen van het verlof, ook een Europees certificaat wordt verzocht waaruit de ontvangende lidstaat de belangrijkste elementen van de Nederlandse beslissing kan opmaken.
Verder dient het aanbeveling om in dergelijke gevallen nauw overleg te voeren met de lokale instanties dan wel lokale advocaten om er voor te zorgen dat de beslaglegging overeenkomstig de betreffende lidstaat geldende wetgeving kan plaatsvinden.