Marcel de Heer

Procederen in consumentenzaken bij Rechtbank Noord-Holland

Als er in een procedure sprake is van een consumentenovereenkomst waarop algemene voorwaarden van toepassing zijn, moet de rechter ambtshalve onderzoeken of er een beding is opgenomen in die algemene voorwaarden waarop men zich in de procedure op beroept of zou kunnen beroepen. Dit geldt tevens of een beding oneerlijk is in de zin van Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten.

Oneerlijk beding in algemene voorwaarden

Op grond van het Dexia-arrest I moet de rechter, ook als de gebruiker zich in de procedure niet beroept op het toepasselijke beding, maar op de wet, ambtshalve onderzoeken. Dit geldt ook voor het feit of het beding in de algemene voorwaarden waarop de gebruiker zich had kunnen beroepen niet oneerlijk is in de zin van de richtlijn.

Om de ambtshalve toetsing mogelijk te maken dienen de toepasselijke algemene voorwaarden altijd bij de dagvaarding te worden overgelegd. Dit geldt ook voor zaken betreffende huur van woonruimte. Daarnaast dienen in de dagvaarding ook de standpunten in hoeverre deze bedingen in het kader van de algemene voorwaarden onredelijk zijn in de dagvaarding te zijn opgenomen.

Toetsing

Zoals in de “Richtlijn Sanctiemodel essentiële informatieplichten” staat vermeld moet het een papieren versie zijn. De rechter zal in ieder geval toetsen of bedingen in de algemene voorwaarden over buitengerechtelijke incassokosten en over verschuldigde rente oneerlijk zijn. Uiteraard zullen ook andere bedingen uit de algemene voorwaarden die met de vordering verband houden ambtshalve worden getoetst.

Deze toetsing brengt ook de nodige risico’s met zich voor de gebruiker. Mocht de rechter namelijk oordelen dat een beding onredelijk bezwarend is, dan zal daar in de procedure geen beroep op kunnen worden gedaan. Sterker nog: in een dergelijk geval kan met betrekking tot dat beding ook niet worden teruggevallen op de wettelijke bepalingen. Dus in het geval dat een beding met betrekking tot de verschuldigde rente onredelijk blijkt, zal daarmee ook een eventueel beroep op de wettelijke rente in de procedure komen te vervallen.

Overgangsperiode

De rechtbank Noord-Holland zal een overgangsperiode hanteren tot 1 februari 2024. Gedurende deze periode zullen ontbrekende stukken bij tussenvonnis worden opgevraagd en zal de eisende partij zich nog kunnen uitlaten over de (on-)eerlijkheid van de daarin opgenomen bedingen. Vanaf 1 februari 2024 zal dat niet meer gebeuren en dienen alle relevante stukken bij de dagvaarding te worden gevoegd en het standpunt over de bedingen in die stukken in de dagvaarding te zijn opgenomen.

Overig nieuws